Tovenaars zijn mensen die behalve een hoofdkracht ontwikkelen ook hun eigen soort kracht hebben. Dit is een kracht die bij iedereen iets anders kan werken, daarom is het lastig om dit uit te leggen.
Elke jonge tovenaar wordt onderwezen door een andere tovenaar, door oude boeken of moet zichzelf dingen aan zien te leren. Het is lastig en geen persoon is in staat om in zijn leven alles te kunnen leren. Daarom probeert een tovenaar meestal zich in zijn specialiteit te specialiseren zodra ze de basis hebben.
De basis houdt in dat je weet hoe je spreuken moet gebruiken, hoe je spreuken kunt maken en bezweringen kunt opheffen. Maar dat is niet het enige, je moet ook kunnen begrijpen wat voor gevolgen bepaalde magie heeft. Hoe gevaarlijk een verkeerd uitgevoerde spreuk kan zijn.
Met je magie kun je dingen laten verschijnen, maar niet laten verdwijnen, wel verplaatsen maar niet laten verdwijnen. Met je krachten kun je van alles doen. Je kan spullen verplaatsen, deuren vergrendelen, plaatsen afschermen. Dingen onzichtbaar maken etc. Het ligt er wel aan hoe ingewikkeld het is, een simpele spreuk om een pen drie meter te verplaatsen is niet erg lastig. Maar een wolk te laten regenen is wel een ander verhaal.
Sommige tovenaars geven voorkeur aan een staf, of een stok om hun spreuken te uiten. Andere gebruiken liever symbolen die ze in de grond tekenen, of iets geheel anders. Maar al met al zijn de spreuken die uitgesproken worden meestal hetzelfde.
Als de basis goed is bij een tovenaar gaan ze zich meestal specialiseren, zodat ze daar erg sterk op kunnen worden. Andere tovenaars geven de voorkeur om van alles een beetje te leren, maar het valt niet te ontkennen dat ze op een bepaald punt gewoon erg sterk zijn.